Onze lesmethodes

Op deze pagina is meer achtergrondinformatie te vinden over de aanleiding voor onze methodieken, over onze visie op het leren van een vreemde taal en over de kernwaardes van onze methodieken.

Gebruik de knoppen hieronder of het menu bovenaan de pagina om informatie over onze methodes te zoeken.

Waarom onze lesmethodes?

Het Levende Talen Magazine van maart 2016 schetst een somber beeld van de positie van het vak Frans.

De toegenomen concurrentie van andere “kleine” talen en de exacte vakken, veel gewicht voor kernvakken, de vermindering van het aantal lesuren, de zware weging van de leesvaardigheid en de reputatie van een moeilijk vak, hebben er volgens docenten Frans in Nederland voor gezorgd dat het Frans onder druk staat. In de praktijk zien we een lager eindniveau, een geringere keuze voor het vak in de bovenbouw en afschaffing van het vak in het VMBO. De marktgerichte benadering van scholen waarbij de leerlingen en hun ouders als klant gezien worden, leidt bovendien tot een toename van het belang van landelijk genormeerde toetsen omdat een school zich met deze cijfers kan profileren voor “aanstaande klanten”. Het gevolg is dat docenten meer en meer nadruk leggen op receptieve vaardigheden (vooral leesvaardigheid) terwijl leerlingen liever hun gespreksvaardigheid willen ontwikkelen.

Maar ook recente ontwikkelingen rondom de vernieuwde kerndoelen kunnen een nadelig effect hebben.

Er is tegenwoordig veel aandacht voor cultuurbewustzijn, taalbewustzijn en voor meertaligheid. Dit is een goede ontwikkeling maar kan ook een belemmering vormen voor het ontwikkelen van taalvaardigheid. In onze visie wordt het succes van het onderwijs in de moderne vreemde talen in de kern bepaald door de mate waarin wij er in slagen om de leerlingen in staat te stellen een vreemde taal actief te gebruiken. 

In het Europa van de 21e eeuw is goed en effectief taalonderwijs van groot belang. En dit moet niet beperkt blijven tot Engels.

De verwantschap met de Duitse en Franse culturen is groot en handelsbelangen en culturele betrekkingen maken het noodzakelijk om in deze talen te investeren. De kans dat jongeren in de 21e eeuw met deze beide talen geconfronteerd worden, is groot. Niet alleen op vakantie maar ook in hun werk. En als ze de taal moeten gebruiken, zal het vooral eisen stellen aan hun mondelinge taalvaardigheid. Voorlopig zal de inzet van AI beperkt blijven tot de schriftelijke vaardigheden.

Onze visie op modern taalonderwijs breekt met de traditie van de communicatieve, thematische leergangen zoals die al meer dan 30 jaar gebruikt worden op veel scholen

en die grotendeels georganiseerd zijn rondom taalstructuren en thematische woordvelden. Dergelijke leergangen hebben hun nut bewezen in het aanleren van receptieve vaardigheden en van expliciete grammaticale kennis. Ook hebben ze een belangrijk aandeel gehad in de ontwikkeling van het taalonderwijs van een eenzijdige Grammatica-Vertaalmethode en een even eenzijdige Audio linguale methode in de richting van een communicatieve methode. Maar ze schieten tekort als het gaat om het bereiken van een adequaat niveau van spreekvaardigheid.

Onze visie op vreemde taalverwerving

Onze visie op het leren van een vreemde taal baseren wij in de eerste plaats op wetenschappelijk onderzoek binnen het vakgebied tweedetaalverving van de laatste decennia maar in de tweede plaats ook op onze eigen ervaring als docenten Frans. Wij hebben zelf ervaren dat je een taal beter kunt leren door deze te gebruiken dan door deze te bestuderen en dat je leerlingen veel toepasbare kennis van de taal (vocabulaire, werkwoorden en regels) kunt laten verwerven door een impliciete en/of inductieve benadering en niet door expliciete instructie.

Onze unieke lesmethoden

Ontdek hoe de lesmethoden van Project Frans het verschil maken in jouw lessen. Wij geloven in een aanpak die verder gaat dan het traditionele studeren en die rekening houdt met wat we ondertussen weten over hoe je een moderne vreemde taal het best leert. Maar we geloven ook in het 'auteurschap' van de docent. Bij traditionele leergangen is de docent vaak uitvoerder van een andere auteur. Dit maakt het werk natuurlijk minder belastend maar het zorgt ook voor frustratie: In onze visie hoort de docent een professional te zijn die zelf keuzes kan maken om in te grijpen in het leerproces en die zelf aan de knoppen kan zitten van het leerproces en van het lesmateriaal. Dat dit meer tijd vraagt van de docent en dat die tijd er niet altijd is, begrijpen wij. Vandaar dat wij twee netwerken hebben opgetuigd, één voor de onderbouw en één voor de bovenbouw, waarbinnen docenten elkaars lesmateriaal kunnen gebruiken en van elkaar kunnen leren.

Leren door te doen

Bij Project Frans geloven we dat je een taal leert door deze te gebruiken, niet door deze te bestuderen. Onze methodieken zijn gebaseerd op drie kernwaarden: onderdompeling, doeltaalgebruik en impliciet/inductief leren. Hierdoor worden de lessen veel leuker en afwisselender: Geen saaie grammaticalessen maar vooral leuke activiteiten en veel werk in tweetallen en in groepen. En altijd in het Frans!

Succeservaring

Onze leerlingen zijn super gemotiveerd omdat ze de taal vanaf dag 1 echt leren gebruiken en meteen succes ervaren waardoor ze het vertrouwen hebben écht iets te leren en na 3 jaar in staat zijn om een gesprek te voeren met Fransen. Dit vertaalt zich in een grotere keuze voor het vak Frans in de bovenbouw.

Geschikt voor elk niveau

Onze lesmethoden zijn geschikt voor algemeen Frans en blinken uit in het niveau van spreekvaardigheid. Met onze methodiek AIM scoren leerlingen in het VMBO ook hoog op de eindexamens en bereiken ze in de onderbouw HV een goed basisniveau (A2) waarmee leerlingen zich kunnen redden in Frankrijk. Na 2 of 3 jaar met onze bovenbouwmethodiek FEA hebben ze minimaal niveau B1 bereikt.

Elke docent auteur

Wij geloven in de kracht van de docent als architect van de eigen les. Dit geeft veelmeer voldoening dan het werk van een andere architect te volgen. En wees eerlijk: Er is ongelofelijk veel lesmateriaal beschikbaar op internet. De kunst is alleen om het te vinden en eventueel gebruiksklaar te maken. Maar door dit samen te doen in netwerken en veel uit te wisselen, is auteurschap voor elke docent mogelijk.

"Op vakantie in Frankrijk, had mijn zoon (2 jaar Frans met AIM) zijn arm gebroken en toen ik niet verder kwam met mijn Frans, nam hij het gesprek moeiteloos over"

een oud-leerling (met 5 jaar Frans)