
Voor docenten Frans die bovenbouwleerlingen écht willen leren spreken maar ook aan de overige eisen willen laten voldoen én die zelf auteur van de les willen zijn is er nu een nieuwe methodiek die werkt. Bewezen effectief en inspirerend voor doent en leerling.
De methodiek van Project Frans, français en action, is een natuurlijke en geïntegreerde methodiek voor Frans in de bovenbouw HV die als doel heeft om leerlingen vaardig te maken in het spreken en luisteren zonder dat concessies gedaan worden aan de lees- en de schrijfvaardigheid. Deze methodiek is natuurlijk omdat het lijkt op hoe kinderen de moedertaal leren en is een geïntegreerde methodiek omdat het, ondanks een primaire focus op luisteren en spreken tijdens het leerproces, alle vaardigheden ontwikkelt. Leerlingen worden bovendien uitstekend voorbereid op landelijke toetsen zoals de CITO Kijk- en luistertoets en het Centraal Schriftelijk Eindexamen.
En action wil zeggen dat van leerling én docent een actieve houding verwacht wordt: de leerling leert de taal door deze actief te gebruiken samen met andere leerlingen en de docent zorgt samen met andere docenten/scholen in het netwerk voor eigentijds lesmateriaal en authentiek taalgebruik en is daarmee auteur van de eigen les.
français en action is niet een leergang/methode in de zin van een boek maar een methodiek in de zin van een benadering, een aanpak. Deze aanpak is evidence-based omdat deze gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek naar effectief vreemdetalenonderwijs (VTO). Een Dynamic Usage-based (DUB) perspectief op het leren van een vreemde taal levert de criteria voor de keuze van de activiteiten en de leermiddelen die de kern vormen van het programma. Het programma kent een primaire focus op luisteren en spreken tijdens de les. Van de schriftelijke vaardigheden (lezen en schrijven) wordt verwacht dat deze zich grotendeels impliciet zullen ontwikkelen.
Drie kernwaarden vormen de ruggengraat van deze methodiek:
Onderdompeling: Wij geloven in de kracht van maximale blootstelling aan de te leren vreemde taal door zo veel mogelijk betekenisvolle input. Dit is volgens ons de eerste belangrijke randvoorwaarde voor een effectief leerproces.
Doeltaalgebruik: Doeltaalgebruik in een veilige setting waarin authentieke interactie kan plaatsvinden is een randvoorwaarde voor maximale onderdompeling en vermindert de spreekangst bij leerlingen als ze ervaren dat fouten normaal zijn bij dit leerproces.
Impliciet / Inductief: Leerlingen zijn heel goed in staat om zelf allerlei regels te ontdekken en vervolgens zelf toe te passen mits er veel input is met voldoende herhaling en maximale gelegenheid voor actief gebruik van de doeltaal. Het verbeteren van fouten door docenten wordt zoveel mogelijk vermeden om een veilige setting voor veel authentiek taalgebruik te creëren.
De netwerkgedachte
Omdat het ‘auteur van de eigen les’ zijn veel tijd en expertise vraagt, hebben wij een netwerk van scholen rond deze methodiek opgestart. Scholen/docenten die deze methodiek willen gebruiken, sluiten zich aan bij het netwerk dat functioneert als een Professionele Leergemeenschap (PLG) waarin samen nagedacht wordt over een programma van activiteiten en van toetsing, waarin gezamenlijk nieuw lesmateriaal ontwikkeld wordt of bestaand lesmateriaal geactualiseerd wordt en waarbij Project Frans zorgt voor ondersteuning en voor borging van het evidence-based karakter. Docenten uit het netwerk komen twee keer per jaar samen om elkaar te inspireren en om nieuw lesmateriaal en nieuwe activiteiten te presenteren en te bespreken. Het lesmateriaal is beschikbaar via Teams en wordt beheerd door Project Frans.
Het zijn de kernwaarden en de netwerkgedachte die deze scholen aan elkaar verbinden en die de voorwaarden vormen voor deelname aan het netwerk. Elke school maakt eigen keuzes als het gaat om het programma van activiteiten en het programma van toetsing. Scholen die starten met de methodiek kunnen gebruik maken van kant- en klare programma’s, bijbehorend lesmateriaal en toetsen om zich eerst volledig te kunnen concentreren op de methodiek. Na verloop van tijd wordt van elke school verwacht ook actief te zijn in het maken van nieuw lesmateriaal of het actualiseren van bestaand lesmateriaal.